In de Beneficiaalboeken van 1543 is Sipcke Engberts de westelijke naastligger van de kerkelijke landerijen waarop de weme (de pastorie) staat.
Bij de veenverkopingen in 1552 verkoopt Botte Teijens het veen op de uitgang van sate 29 aan Pieter van Dekema.
Het stemkohier van 1640 vermeldt voor sate 29: Reynsch Sijgers en haar kinderen, eigenaar; Take Sijgers, gebruiker.
In het stemkohier van 1698 is de sate in het bezit van Catharina van Kinnema 2/6 en 1/12; Assuerus en Philippus van Viersen en hun zuster 2/6 en 1/12; Oene van Teijens als curator over Saco Teijens 1/12; Adriaan van Besten voor het kind bij Romelia van Teijens 1/12, tesamen een stem.
Reinsk Sijgers, de eigenaresse in 1640, komen we voor het eerst tegen in 1622 als Rijndts Sijgersdr., weduwe van Wythie (Wietse) Allerts. Samen met haar kinderen bezit ze een boerderij op Selmien onder Ureterp, Wijtie Allerts zate genoemd, die in de jaren 1622, 1623, 1624 en 1627 bij (vaak onderlinge) aan- en verkopen door familieleden wordt genoemd.
Op grond van de in deze proclamaties genoemde namen kom ik tot de volgende gezinssamenstelling (met uiteenlopende spellingen aangetroffen):
Wythie Allerts, geb. ± 1535, overl. voor 1622, te Selmien, trouwt Reinsck Sijgers, overl. na 1640
kinderen (geb. 1560-1575):
1. Goytse Wythies, ('oldste zoon' van Reinsck in 1622)
2. Gaucke Wythies, tr. Sydts Wychers (kopers in 1622 en 1627, naastleger in 1623 en 1624)
3. Sijger Wythies, te Boornbergum (koper in 1624, verkoper in 1627)
4. Eeuw/Em Wythiedr, tr. Jelcke Annes, te Boornbergum, later te Eestrum, (verkopers in 1623 en 1627, kopers in 1624)
5. Liebbe Wythies, (naastleger in 1623 en 1624)
6. Fedde Wythies, tr. Ancke Andries (verkoper in 1627)
Hoe Wythie Allerts eigenaar is geworden van sate 29 is niet bekend. Wel is duidelijk hoe het verder gaat. Take Sygers wordt in 1640 als gebruiker genoemd, hij zal de zoon van Syger Wythies en dus een kleinzoon van Reinsck Sygers zijn. In 1640 is hij ook gebruiker van de patroonsate 28. Hij wordt met zijn vrouw Jantien Oebledr al genoemd in verkoopakten uit 1626. Samen met zijn broer Wytse en de kinderen van zijn zuster Aaltje erft hij blijkbaar de zathe vlak na 1640, waarna hij beide partijen in resp. 1642 en 1645 uitkoopt. Beide delen worden voor rond 480 philipsguldens verkocht, de waarde van de totale boerderij beloopt dus in die jaren een 1450 phgld.
Nu kan dus ook de volgende generatie worden samengesteld:
3. Sijger Wythies, geb. rond 1565, te Boornbergum
kinderen (geb. 1590-1605):
31. Taecke Sijgers, tr. Jantien Uubledr (koper in 1642 en 1654)
32. Wytse Sijgers, tr. Jell Jans, te Duurswoude (verkoper in 1642)
33. Aaltje Sijgers, overl. voor 1645, tr. Egbert Hendriks, te Siegerswoude
331. Bottie Egberts, tr. Jacob Goijtses, te Siegerswoude (verkoper 1645)
332. Hendrik Egberts (verkoper in 1645)
In 1665 verkopen Taco Sijgers en zijn kinderen, Gayts, Uble, Teye, Rints en Goijts, 4 mad maden buiten Beets in de Bexterwarren. In 1667 blijkt sate 29 in zessen te zijn verdeeld. Teye Taeckes koopt dan zijn broer Uble uit. Het zesde kind is waarschijnlijk Hendrik, die in 1683 samen met Teye curator is en blijkbaar in 1640 nog niet volwassen (nog geen 25!) was.
Met deze vermeldingen kan de volgende generatie bewoners in beeld worden gebracht:
31. Taecke Sijgers, geb. rond 1590, overl. 1665/67, tr. Jantien Uubledr.
kinderen (geb. 1615-1630):
311. Gayts Taeckedr, tr. Jan Annes (verkopers 1665, 1668, 1677)
312. Uble Taeckes, tr. Sydts Sierds, te Ureterp (verkopers 1665, 1667)
313. Teye Taeckes, tr. Hiltje Lykeles, overl. 1690 (kopers 1667, 1677)
314. Rints Teeckedr, x Minnert Eijntes (verkopers 1665)
315. Goijts Taeckedr, x Teye Halbes (verkopers 1665)
316. Hendrik Taeckes (curator in 1683)
In 1668 koopt Benedictus van Teijens, secretaris van Opsterland, 1/6 deel. Een aankoop door chirurgijn Hessel Orcx in 1677 kan door Teye Taeckes worden gekeerd, hij maakt gebruik van zijn niaarrecht, het recht op eerste koop van bloedverwanten.
Op 22 mei 1690 worden Halbe Boockes (eigenaar van sate 26), Anne Luitses en Egbert Teyes als curator voor de bezittingen van Teye Teeckes geautoriseerd, op 22 mei 1694 van curatele ontslagen. In 1691 laten de curatoren de 5 zesdeparten van een zate land decretaal veilen, Teye is er dus in geslaagd om op het in 1668 verkochte zesde deel na, de sate bij elkaar te houden. Maar uiteindelijk tevergeefs: uit het kohier van 1698 blijkt dat de Beetsterzwaagster adel de sate in bezit heeft gekregen.